Posts

Posts uit juli, 2025 tonen
    Deel 2 Onder De Rode Zon Hoofdstuk 1 Een nieuw schooljaar!   Janet staat als eerste op, nadat Huib nog wel even een opmerking heeft gemaakt over het viertal in ondergoed op de bank. Ze trekt haar kast open en tovert er een spijkerbroek uit voor Willemijn, Lotte en voor zichzelf. Ook pakt ze nog een T-shirt voor hen. Dan loopt ze naar de kamer van haar broer Sjors en pikt daar een broek en een shirt voor Timo. Die zijn wat te groot voor hem, maar daar heeft hij geen moeite mee. Opnieuw in de kleren, lopen ze de trappen af en komen in de keuken, waar ze moeder Claire en Sjors aan de tafel vinden. Ze zijn net klaar met eten. Twee verbaasde hoofden kijken het viertal aan. “Hè, waar komen jullie nu vandaan? Jullie zouden toch twee nachten wegblijven?” “Ja, dat klopt!” antwoordt Janet. “Maar we zijn wat overhaast vertrokken. We zaten vast in een cel!” “Hè, wat? In een cel?” Dan vertellen ze het hele verhaal. Claire zit hoofdschuddend te luisteren en Sj...
  Hoofdstuk 4 De schout en de rakker!   Een hoed met brede rand en een rijke veer die naar achteren wijst. Aan zijn kleding kun je zien dat het een belangrijke man is. Met zijn toch kleine postuur komt hij te midden van de andere twee mannen recht voor het viertal staan. Ze staan nog steeds gebonden aan de mast. Hij neemt het viertal met belangstelling op. “Wie zijn jullie?” wil hij weten. “Ik ben Janet Trip, en dit zijn mijn vrienden Lotte, Willemijn en Timo!” “Wat doen jullie aan boord van mijn schip?” “Ach…, we willen alleen maar even kijken, we hebben zoiets nog nooit van dichtbij gezien!” antwoordt Janet. “Waar komen jullie vandaan?” “O, uit Middelkarspel” meldt Janet. Dan gebaart de man met hoed aan de anderen dat ze de jongelui moeten losmaken. “Mee! Naar mijn kamer!” beveelt hij kort. En zo gebeurt het. Even later staan ze voor het grote bureau in die grote kamer met die kleine ruitjes, waar de meiden al eerder waren. “Ik ben kapitein Tromp va...
  Hoofdstuk 3 Rakkers en Schepen!   Vlak voordat de vier meisjes op de vismarkt uitkomen, staat Brechtje ineens stokstijf staan. Ze deinst achteruit. “Gauw, achter dat muurtje!” Ze kruipen achter een steunbeer van de Zuyder Kerk, maar het is al te laat. “Héé. Wat doe jij hier Brechtje?” klinkt het op barse toon. Brechtje treedt uit de beschutting van het muurtje. “Dag pap. We willen even naar de vismarkt” “Wie we, wie zijn dat? Ik ken die meiden niet!” “O, dit zijn Janet, Lotte en Willemijn.  Zij komen uit Middelkarspel.” legt Brechtje uit. Hendrik Bierhaalder neemt het groep nauwkeurig op. “Wat zien jullie er uit! Eén als een verzopen kat en de andere stinkt een uur in de wind naar de vis! Wat hebben jullie uitgehaald?” wil hij weten. “Zij waren op een haringbuis en toen viel de één in de buis en de ander in het water. Evenwicht verloren op de gangboord!” verklaart Brechtje. “Nou, mooi is dat! En wat moeten jullie hier dan, Nog niet genoeg van de vis ...
  HOOFDSTUK 2 Werven en winkels   Drie Groene Eikels, zo heet de straat waar het huis aan staat, waarachter ze in de tuin staan. Brechtje kijkt goedkeurend naar de omgeklede vreemdelingen. Alleen Lotte loopt er niet echt tijd-conform bij. Haar lange blonde krullen horen niet los te hangen. Brechtje zet haar op een houten vat en begint het haar te vlechten in één streng, dan draait ze hem in een rol, achter op haar hoofd. Wit kapje erover; Klaar! Janet heeft ervoor gezorgd, dat ze haar mobiel in een zak in haar rok heeft gestopt, onder haar witte schort. Dat apparaat mag ze niet kwijt raken. Anders zullen ze voor altijd in de zeventiende eeuw moeten blijven. De spijkerbroeken worden opgevouwen en op een plank in de schuur gelegd. “Zo, ik denk dat jullie nu niet meer op zullen vallen! Waar willen jullie als eerste eens gaan kijken.?” informeert Brechtje. Timo antwoordt snel: “Ik ben wel erg benieuwd naar de schepen. Tijdens onze hardloopwedstrijd met de poortwachters...