Hoofdstuk 2

Griezelig en spannend.

 

 Het gezin Trip, moeder Claire, vader John, broer Sjors en Janet, zitten die zaterdagochtend in de keuken, aan de ontbijttafel, als de bel gaat. Sjors staat direct op om de deur open te doen, maar Janet vliegt hem voorbij.

“O, jeetje, wat een haast! Je vriendje zeker!?” plaagt Sjors.

“Nûhnûh…” is de enige reactie van Janet, en steekt haar tong naar Sjors uit. Ze loopt verder rustig de gang in en doet open voor Timo en Willemijn en dan ziet ze ook Lotte aankomen fietsen.

“Môhge!” wordt er gemompeld en binnen een mum van tijd staat het hele gezelschap in de keuken.

“Thee, jongelui?” vraagt Claire.

“Ja lekker!” roept het gezelschap in koor.

Drie glazen mokken met dampende thee worden midden op tafel gezet. Timo pakt er één voor Willemijn en één voor zichzelf. Lotte reikt er ook naar één en leunt daarbij op de schouder van Sjors. Sjors is daardoor verrast en kijkt opzij, hun blikken kruisen elkaar. Zowel Lotte als Sjors krijgen een kleur, maar er wordt geen woord gesproken. Janet neemt haar kop thee mee de keuken uit.

“Gaan jullie mee?” vraagt ze dan. De drie volgen haar.

“O, gaan jullie weer spannende dingen doen? Weer een reisje naar het verleden? Waar naartoe deze keer?” plaagt Sjors. 

“Eet jij je ontbijt nou maar, lief broertje!” de vier rennen de trappen op, zonder te vertellen wat ze van plan zijn.

“Wat kreeg jij een kleur, Sjors!” Claire heeft het goed gezien. “Ben je een beetje onder de indruk van Lotte? Ze is wel erg leuk hè?” Sjors antwoordt niet.

“Ach, dat meisje is toch veel te jong voor Sjors! Ze is nog maar dertien! Jullie schelen zowat drie jaar!” stelt John vast. “Zoek jij er maar één van je eigen leeftijd!”

Sjors reageert niet, maar hij beseft wel dat zijn moeder scherpe ogen heeft. Hij vindt Lotte inderdaad wel erg leuk. Haar golvende blonde haren en die prachtige ogen. Hij was er net bijna in verdronken. En dan die warme hand op zijn schouder.  Wat een heerlijk gevoel was dat. Hij drinkt zijn thee op en gaat dan rustig naar boven.

“Ik ga me douchen!” roept hij, terwijl hij de trap op loopt.

Timo ploft in de schommelstoel in de hoek van de kamer. Lotte duikt op Janet d’r bed. Willemijn en Janet gaan op de bank zitten.

“Je bloosde aardig net, Lotte!” zegt Timo dan, een beetje langs zijn neus weg.

“Vind je Sjors leuk?” vraagt Janet dan verbaasd. Lotte krijgt weer een kop als een boei.

“Nee hoor, helemaal niet zo!” brengt Lotte schuchter uit. Drie paar ogen kijken haar vragend aan.

“O, nee?”

“Ach…!” zucht Lotte.

Willemijn redt de situatie: “Nou waar wilden we vandaag ook al weer naartoe?”

“We gaan nu nog nergens naartoe!” antwoordt Janet. “We gaan eerst maar eens even op internet kijken wat we over die planeet te weten kunnen komen!”

Dat doen ze, en ze komen er al snel achter, dat er alleen maar vermoedens zijn en aannames. Er is nog helemaal geen enkel bewijs, dat die ‘Proxima Centauri b’  er ook echt zo uitziet als de Aarde.

“Oké, we gaan het inderdaad Huib maar eens even vragen!” en Janet klikt op WEC op haar laptop. Binnen  enkele ogenblikken verschijnt Huib.

“Hé, hallo luitjes, zijn jullie daar weer? Hoe was de eerste schoolweek?” informeert Huib.

“Heel verrassend! We hebben heel veel nieuwe lesstof gekregen!”

“Ja, dat zal wel! Havo2 toch? Ja, de basisschool is nu echt helemaal historie. Nu wordt het studeren! Toch?”

Lotte is naast Willemijn komen zitten en vertelt Huib uitgebreid over de nieuwe wiskundedocent, meneer Langevelt, en over zijn verhalen over de ruimte.

“Interessant, heel interessant!” mompelt Huib. 

“Ja echt waar!” vult Janet aan. “We hebben het dus ook gehad over die planeet ‘Proxima Centauri b’!”

Als Huib dat hoort, zet hij grote ogen op. “Oké, de exo-planeet. Ik ken die wel! Die lijkt een beetje op de aarde!”

“O, ben jij daar al eens geweest dan?”

“Nee, dat niet, daar is het nooit van gekomen. Zo’n reis heeft ook nogal wat gevolgen, vooral als je na verloop van tijd weer thuis komt!” 

“O, hoezo?” wil Janet weten.

“Ja, dat is wat ingewikkeld om uit te leggen. Hebben jullie wel eens gehoord van de relativiteitstheorie?”

“In de verte wel eens over gehoord!” fluistert Timo, terwijl de meiden nee-schuddend op de bank zitten.

“Oké, met reizen door de ruimte vanaf de aarde, gaat de tijd anders lopen.  Hoe verder je van de aarde afkomt, hoe langzamer voor jou als reiziger de tijd op aarde gaat. De tijd op Aarde gaat zijn gewone gang, maar voor jou lijkt hij heel langzaam te gaan. Als je dus na verloop van tijd terug op aarde komt, is daar de tijd veel minder ver. Dus hoe langer je weg blijft, hoe verder je reist, des te minder tijd er op aarde is verstreken! Begrepen?”

Timo en Willemijn zitten een beetje glazig te kijken, ze snappen er niet zo veel van.

“Als wij willen gaan kijken op die planeet, lopen we dan gevaar?” wil Lotte weten.

“Geen idee, ik zei al, ik ben er ook nog nooit geweest!”

“Werkt mij mobiel daar gewoon, als we terug willen?” vraagt Janet.

“Ja, dat denk ik wel, alleen zal het enige tijd vragen om de signalen heen en weer te krijgen! Vertraging vanwege de afstand. De Warp Speed van WEC krijgt je mobiel mee van je laptop, als je die hebt gebruikt. Voor zo’n afstand heb je die snelheid wel nodig, overigens!”

“Oké, je hebt ook overal aan gedacht, zeg!” verzucht Janet.

 “Ja, moest wel, overigens de op Aarde langzamer verlopen tijd wordt door de Warp Speed, op de terugreis, aardig gecompenseerd. Op zo’n relatief korte afstand naar die planeet, zal het hoogstens een aantal uren betreffen, afhankelijk van de tijd die daar doorgebracht wordt. En… als het te gek wordt, als jullie te ver in de aardse toekomst terugkomen, kun je met WEC altijd terug naar het moment dat je hier vertrokken bent. Dan heeft niemand het in de gaten!”

Willemijn en Timo kijken elkaar aan met grote ogen, het duizelt ze; dit gaat ze even boven de pet.

“Dus, als ik het goed begrijp, hoeft dat tijdsverschil dus geen probleem te zijn?” suggereert Timo.

“Neen, maar we moeten er wel iets voor doen! Het gaat dus niet automatisch! Jullie moeten je dat wel goed realiseren.” verklaart Huib.

“Oké, duidelijk!” zegt Janet.

“Nu is dus de vraag of we allemaal dit avontuur aan willen! Wat vinden jullie?” wil Janet graag weten; niemand moet iets tegen zijn wil doen.

“Er is dus niets bekend van wat we daar tegen zullen komen?” vraagt Timo.

“Sterker nog; we weten eigenlijk nog helemaal niet of daar wel kunnen zijn! Of er een goede atmosfeer heerst!” antwoordt Huib. “Maar, als jullie daar aankomen, kunnen we het gele screen wat langer vasthouden, dat kun je met je mobiel de omgeving scannen!” vervolgt hij.

“O, dat wist ik niet! Wat handig!”  reageert Janet.

“Ja, dat moest ik wel inbouwen! Ik heb het getest en weet zeker dat het prima werkt!” stelt Huib hen gerust.

“Oké, jongens, zullen we dan maar?” wil Janet ongeduldig weten. Zelf zit ze te popelen om te gaan beginnen.

“Ja, ik ben er helemaal klaar voor! Laat maar komen!” zegt Lotte enthousiast, wippend op de bank.

Willemijn kijkt een beetje benauwd naar Timo! “Wat vind jij? Durf jij dit aan? Ik vind het wel een beetje eng hoor!”

“Nou ik vind het ook wel spannend, maar ik zeg ‘GO’!” antwoordt Timo, zo zelf verzekerd mogelijk, maar zijn gezicht staat toch ook wat benauwd.

“Vooruit dan maar!” zegt Willemijn schuchter.

Ze nemen naast elkaar plaats op de blauwe bank; Janet achter haar laptop die op de brede armleuning staat.

“Oké, dan gaan we nu de bestemming ingeven!” zegt Huib.

“In de werkbalk hier beneden hoef je alleen maar iets in te vullen bij SToD[1] en bij PLoD. Bij SToD vul je in ‘Proxima Centauri’ en bij PLoD ‘Proxima Centauri b’!” Janet voert de gegevens in.

“Oké, gedaan!” geeft ze aan.

“Oké, als jullie er klaar voor zijn?”

“Ja hoor!” zeggen ze alle vier, de één wat zekerder dan de ander.

“We starten met HLS, Half Light Speed; als we ons zonnestelsel uit zijn ga je door naar FLS, Full Light Speed en dan na tien seconden ga je door naar WS, Warp Speed. Begrepen?” instrueert Huib.

Janet kijkt de drie naast haar nog eens aan: “Ja!” roept ze dan en drukt dan op ‘GO’!

Onmiddellijk verschijnt de blauwe spiraal op het laptopscherm en het gele licht vanuit de rugleuning van de bank. Janet schuift de snelheidsindicator naar HLS; de draaiende blauwe spiraal omvat de gehele bank. Op het laptopscherm zien ze de maan en de planeten voorbij suizen. Mars, Jupiter, Saturnus en verder. Na de dwergplaneet Pluto schuift ze door naar  FLS en telt dan tot tien. Dan schuift ze door naar Warp Speed.

Dit hadden ze nog nooit eerder gedaan. Enigszins verschrikt kijken ze om zich heen; verrast om wat ze zien! Eerst allemaal lichtgevende lengte strepen die voorbij schieten, en dan wordt alles ineens zwart. Geen blauwe spiraal meer, alleen de gele bubbel en het licht van het laptopscherm.

Benauwd kruipt Willemijn in de armen van Timo. Bibberend als een riet gilt ze: “Oh nee, dit gaat mis! Het is zo donker. Ooooh, Mamaaa!”

Timo probeert haar weer kalm te krijgen, maar dat lukt slechts een beetje. Willemijn is duidelijk bevangen door angst. Lotte en Janet kijken elkaar aan. Grote vraagtekens!

“Ik denk dat Huib heel goed weet wat hij doet hoor!” probeert Janet de anderen gerust te stellen. Ook Lotte probeert zich goed te houden. Haar ogen stralen een wat paniekerige gemoedstoestand uit, maar ze zegt helemaal niets. Haar handen samengevouwen op haar knieën. De knokkels zijn spierwit, zo hard knijpt ze in haar handen. Het is vreselijk spannend!

Dan komen de lengtestrepen weer heel even en plotseling is er weer de draaiende blauwe spiraal. Op het scherm ziet Janet dat de snelheidsindicator vanzelf langzaam terugschuift! Naar FLS en vervolgens naar HLS. Het wordt licht om hen heen en dan is ineens alles rustig. De bank is aangekomen. De gele bubbel, waarin ze zitten, blijft intact en Janet pakt haar mobiel uit haar achterzak. Huib, die nog steeds in zijn hoekje linksboven zit, geeft haar instructie: “Swipe maar omhoog, dan komt er een scherm, waarop je een knop ziet  SAScan Atmosphere’.

Vijf seconden later verschijnt er een ‘OKÉ ‘ in grote letters.

“Prima zo!” zegt Huib. En dan verdwijnt hun gele bubbel. Stom verbaasd kijken ze om zich heen. Wat een bizarre plek. Een licht rode atmosfeer.

Ze staan op van de bank en voelen dat de bodem waarop ze staan zacht is. Of er zacht rood tapijt is neergelegd. Willemijn kijkt om! “O mijn God, de bank is verdwenen!” roept ze angstig uit

“Hoe moet dat nou verder? Huib is er ook niet meer!” gaat ze, bijna in paniek, verder. Dan laat Janet haar mobiel zien.

“Kijk ik heb Huib in mijn achterzak, hoor!” stelt ze Willemijn gerust. “Waar zijn we nu?” wil Willemijn dan weten.

“Ja, op ‘Proxima Centauri b’, dus!” beweert Lotte.

“Ja, dat zal dan wel!” beaamt Janet.

Ze kijken om zich heen; het is een bizarre plek. Een licht glooiend landschap, in een zacht rode atmosfeer. Aan de hemel staan een grote lichtgevende rode bol.

“Dat zal dan de ‘zon’ zijn!” veronderstelt Lotte.

“Dat denk ik ook, ‘Proxima Centauri’, dus!” beaamt Janet.

In de verte lijken wat rotsen op te rijzen uit het glooiende landschap.

 “Kom jongens!” zegt Janet dan, en ze lopen een stukje in de richting van de ontdekte rotsen.

Hun voetstappen zijn onhoorbaar, omdat ze nog steeds over dat zacht rode tapijt lopen. Verder zien ze geen begroeiing, geen bomen, geen planten en ook geen dieren ofzo. De temperatuur is best lekker; ze hebben geen jassen aangetrokken voor hun vertrek, maar die hebben ze dus ook niet echt nodig.

Twee aan twee lopen ze een stuk.

“Wat een saaie bedoening hier!” zegt Timo dan ineens. “Hier valt niet veel te beleven, zeg!”

“Inderdaad, geen enkele begroeiing, behalve dan dit mosachtige tapijt!” beaamt Willemijn, terwijl ze eens omkijkt. “Hé, kijk! Je kunt precies zien waar we gelopen hebben! Wat gek! We hebben lichtblauwe voetstappen, hihi!” giechelt ze verder.

“Oh, ja, kijk nou! Er staat lichtblauw water in onze voetafdrukken!” Timo bukt zich om even aan het water te voelen. Hij steekt zijn vinger er in, maar trekt hem ook direct weer terug.

“Nou het is echt geen water hoor!” roept hij uit. “Kijk het is een soort dun blauw slijm!” zegt hij, terwijl hij Willemijn bij haar schouder pakt. Hij kijkt eens onder zijn schoen.

“Hé, het plakt een beetje aan mijn zool! Wat een raar spul zeg!” stelt hij vast.

“Oké, kom, we lopen een stukje verder. Ik wil graag daar bij die rotspartij gaan kijken. Misschien ontdekken we daar iets. Dit mos is duidelijk een bewijs dat er leven is op de planeet. Misschien zijn er ook nog wel andere vormen!” vertelt Janet terwijl ze haar mobiel pakt.

Ze swipet nog een keer omhoog en ontdekt dan dat er ook gedetailleerde scan gegevens worden weergegeven. Er is dus inderdaad zuurstof, stikstof maar ook zwavel en ammoniak. ”O, oké, daarom ruikt het hier zo vreemd!” zegt ze. “Misschien is er dan ook wel water te vinden!” vervolgt ze.



[1] Star of Destinations en Planet of Destination. Zie: Deel 1, Janet Trip, de ontdekking van WEC

Reacties

Populaire posts van deze blog