Hoofdstuk 8

Met Claire op pad

 

Claire loopt zenuwachtig heen en weer door de woonkamer. Het is al vier uur geweest en Janet en haar vrienden zijn nog in geen velden of wegen te bekennen. Claire is danig ongerust! Ze heeft inmiddels wel uitgevonden, dat er brood verdwenen is en ze heeft  een lege ice-tea fles in de koelkast gevonden. Die had ze de vorige avond er pas ingelegd.  Ook mist ze Janet d‘r schoudertas van de kapstok.  Ze vermoedt dus, dat het drietal op stap is gegaan. Maar waarnaartoe in hemels naam. En waarom hebben ze niet even verteld over hun plan?  Raadselachtig!

Ze heeft John al gebeld, die met de auto onderweg is naar Schiphol. Hij kon haar ook geen plausibel antwoord geven. Toch heeft hij geprobeerd hij haar gerust te stellen.

“Ach, misschien zijn ze een stukje gaan fietsen of wandelen!” heeft hij tegen haar gezegd. Claire heeft daarop in de schuur gekeken. Janet d’r fiets stond daar gewoon. Claire is ook nog een keer naar haar slaapkamer gegaan en heeft de kledingkast onderzocht.  Tot haar stomme verbazing was de plank, waar normaal de sjaals liggen leeg; ook haar winterjas was er niet! Wat raar allemaal! Ze heeft Sjors gevraagd om eens te gaan kijken bij de ouders van Timo en van Willemijn.

Die hebben verbaasd gereageerd.

“Nee, geen idee! Hier zijn ze niet geweest vandaag!” is het antwoord geweest. Dat maakt de ongerustheid nog dieper.

Thuisgekomen probeert Sjors zijn moeder gerust te stellen.

“Ach die drie lopen niet in zeven sloten tegelijk hoor! Ze komen heus wel thuis voor het avondeten! Ik denk dat ze er binnen nu en een uurtje wel weer zijn!”

Claire kijkt hem met een zorgelijk en betraand gezicht aan en schud alleen maar ‘nee’. Sjors loopt daarop naar boven, terug naar zijn kamer.

Als hij op de bovenste overloop aankomt, schrikt hij hevig van het blauwe licht, wat door de halfopen deur van Janet d’rs kamer over  de overloop flitst. Hij stormt de kamer binnen en staat oog in oog met het drietal dat een beetje quasi nonchalant op de bank zat. Het blauwe licht is inmiddels verdwenen.

“Waar komen jullie in hemels naam vandaan? Hoe zijn jullie hier boven gekomen? We hebben de hele dag naar jullie gezocht!” roept Sjors zeer verontwaardigd.

Claire komt de trappen oprennen en staat binnen luttele seconden naar het verbouwereerde drietal te staren.

“Waar hebben jullie gezeten? Waarom hebben jullie in hemelsnaam winterkleren aan? Het is 26 graden buiten! Waar zijn jullie mee bezig?” vraagt Claire, enigszins opgewonden.

Het drietal kan niet veel anders dan wat schouderophalend voor zich uit staren.

“Ja, eh…weet ik veel!” komt uit Timo’s mond.

Het is Claire wel duidelijk dat de drie niet erg graag willen praten. Ze gebaart aan Sjors, dat hij maar naar zijn eigen kamer moet gaan. Hij gaat met enige tegenzin en sluit de deur achter zich; hij wil eigenlijk ook wel weten hoe het allemaal zit.

Janet bedenkt dat er nu niets anders opzit om maar te gaan uitleggen wat er aan de hand is. En dat doet ze, nadat Willemijn en Timo naar huis zijn vertrokken. Ze legt uit hoe ze de dvd’s hadden onderzocht en vertelt over Huib en over de bank, WEC. Over de eerste reis met Willemijn en Lotte en over hun bezoek aan Haarlem.

Claire zit er met stijgende verbazing naar te luisteren. Haar ogen worden groter en groter. Zeker als ze vertelt waar ze net vandaan komen.

“Mammoetvlees?!” roept ze vol afschuw en ongeloof. Dan valt haar oog op zes natte plekken in het gele vloerkleed. “Gesmolten sneeuw, van onze schoenen!” verduidelijkt Janet.

“O, vandaar dat rare lijstje!” zegt Claire begrijpend.

“Maar, mam, niet verder vertellen hoor! Bovendien zal niemand je geloven! Ook niet aan de ouders van Timo en die van Willemijn, hoor!”

“Ja, maar Sjors is al bij hen langs geweest om te vragen of jullie daar waren!”

“O, dan verzin ik wel een verhaal!” reageert Janet.

Willemijn vertelt thuis dat ze hadden gepicknickt en de tijd waren vergeten.

“Was ook mijn mobiel vergeten!” heeft ze nog gezegd.

Timo heeft gezegd dat hij met een vriend was gaan vissen en van die vriend een patatje had gekregen. Aan allebei was de boodschap gegeven dat ze beter hun best moesten doen om thuis te vertellen waar ze uit gaan hangen. Dat hebben ze gedwee beloofd!

“Zeg Janet, zullen wij samen ook een keer zoiets doen?” vraagt Claire een beetje geheimzinnig.

“Nou, mam, ik weet het niet hoor.” antwoordt Janet.

”Ik vertel natuurlijks niets tegen pappa, dat beloof ik, ach toe?”  zeurt Claire; kennelijke danig onder de indruk van wat haar dochter heeft verteld!

Die avond, tijdens de warme maaltijd, zit Janet een beetje in haar bord te prakken. Ze heeft eigenlijk nog helemaal geen honger. Die mammoet ligt haar nog zwaar op de maag.

“Zeg Janet?” zegt Sjors ineens. “Ik had gezien dat jij op je blocnote  ook verrekijker had geschreven!” 

“O ja?” antwoordt Janet.

“Ja, waar is die gebleven? Zeker niet op mijn kamer! Waar heb je hem gelaten?”

Het wordt Janet koud om het hart, ze realiseert zich dat die nog om de nek van het stamhoofd hing, toen zij op HOME tikte.

“Die is dus nog in de prehistorie; ik moet het met Huib bespreken!” bedenkt ze.

Tegen Sjors zegt ze “Geen idee, hoor, ligt hij niet onder je bed, bij al die andere troep in je ‘strakke en cleane’ kamer!” plaagt ze.

Claire sust de situatie met de vraag of iemand een toetje wil. Aardbeienijs met slagroom! Dat gaat er bij beiden goed in. Onder het afruimen zegt Janet tegen Sjors, dat ze wel even gaat zoeken. Misschien ligt hij onder haar bank.

Later, als Janet haar kamer aan het opruimen is komt haar moeder naar haar toe en sluit de slaapkamerdeur achter zich.

“Zeg, schat!” begint ze. “Wil je me nu eens laten zien, hoe dat werkt met die bank en zo?”

“Ja, dat kan wel, mam, maar Sjors is ook thuis. Ik wil eigenlijk niet dat hij er achter komt. Als hij het weet, kunnen we wel een reisbureau gaan beginnen. Dan moeten hij en al zijn vrienden er natuurlijk ook mee aan de gang! Daar heb ik echt geen zin in, hoor!”

“Nou, Oké dan!” zegt Claire. “Voor morgenochtend heeft hij met vrienden afgesproken. Hij zei de hele dag weg te zijn en bij zijn vriend Carlo blijven slapen. En John komt pas over een dag of vijf thuis. Zullen we dan?”

Klaarblijkelijk is Claire van de schrik bekomen en is eigenlijk wel heel nieuwsgierig geworden.

“Oké!” zegt Janet. “Heb je al een idee wat je zou willen zien? Denk er anders maar goed over na!”

“Oké, prima! Zal ik doen, maar vertel eens over die verrekijker, heb je die al gevonden?”

Janet moet dan wel vertellen dat die nog om de nek van het stamhoofd hangt.

“Vergeten? Nou niets aan te doen. We kopen wel een nieuwe voor hem!” zegt Claire terwijl ze de trap afloopt.

De volgende morgen, bij het ontbijt, vertelt Sjors dat hij met vrienden een reis met een oude stoomtrein gaat maken. Claire en Janet vinden dat een geweldig idee. Sjors bereidt zijn tocht voor. Hi smeert een stapel boterhammen en vult een thermosfles met koude limonade.

“Had je mijn verrekijker nog gevonden?” vraagt hij nog.

Janet schudt haar hoofd. “Nee, sorry!” zegt ze enkel.

“Dan koop ik er wel een in Enkhuizen; jij betaalt me terug hoor!” roept Sjors terwijl hij de keukendeur uit loopt.

“Jaja!” reageert Janet.

Nadat de ontbijtboel is weggeruimd gaan Janet en Claire naar boven. Claire is een beetje gespannen. “Hoe zou het zijn?”

Janet beduidt Claire op de bank te gaan zitten. Zij neemt de laptop op schoot, sluit hem aan op de bank en start hem op. Na op WEC te hebben geklikt verschijnt al snel het bevroren beeld van Huib met het draaiende zandlopertje voor zijn borst. Enkele seconden later komt Huib tot leven.

“Goedemorgen Janet! En…. wie heb je nu weer bij je?” vraagt hij.

Claire schrikt. “Hoe kan hij nou weten dat ik hier zit. En waar is hij? Gaat dit via skype ofzo?” vraagt ze, een beetje opgewonden.

“Dit is mijn moeder Huib, ze heet Claire!”

“O, aangenaam Claire. Ik snap dat je dit soort vragen stelt, hoor! Heeft Janet over mij verteld?  Ik ben ongeveer een jaar geleden overleden en mijn energie komt via de software in deze laptop en de bank tot leven. Zonder camera in de laptop was het een stuk moeilijker geweest om je te zien zitten, hahaha!” legt Huib uit.

“Maar waar kan ik jullie mee helpen?” vraagt hij vervolgens.

Janet vertelt Huib, dat ze haar moeder ingelicht heeft over hun avonturen en dat Claire ook wel eens wil meemaken om naar het verleden te reizen.

“Oké, dat kan natuurlijk! Claire, heb je een idee waar je eens wil gaan kijken?”

“Jazeker, ik heb er goed over nagedacht!” antwoordt Claire. “Van mijn ouders heb ik gehoord, dat mijn oma met haar vader en moeder tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zijn geweest op een boerderij in de Beemster. Tijdens een razzia zijn die vader en moeder verraden en door de Duitsers opgepakt. Mijn oma, een baby nog, is als onderduiker op die boerderij gebleven en is daar verder opgegroeid in dat gezin. Van mijn overgrootouders is nooit meer iets vernomen. Ik zou wel willen weten wat er met hen is gebeurd.”

“Dat begrijp ik!” zegt Huib.  “Maar ik heb wel wat meer gegevens nodig. Namen, laatst bekende plek waar ze zijn geweest en zo!”

“Oké, het gaat om Bert en Lotte Cohen. Er is verteld, dat ze via Westerbork naar Duitsland zijn gebracht. Het is niet duidelijk waar ze uiteindelijke beland zijn.”

“Oké, weet je wanneer die razzia is geweest?”

“Volgens de pleegouders van mijn oma moet dat eind september 1943 zijn geweest!”

“Leeft je oma nog?” vraagt Huib.

“Nee, die is vorig jaar helaas overleden!” antwoordt Claire.

“Oké, ik ga wel even op zoek. Ik kom erop terug! Tot zo!” en Huib komt weer tot stilstand met het zandlopertje op zijn borst.

“Hè, wat gaat hij nu doen? “ vraagt Claire, terwijl ze Janet met grote ogen aankijkt.

“Hij gaat opzoek naar de energie, die betrekking heeft op jouw vraag!” antwoordt Janet.

“Hè, waar dan?”

“Nou, in het universum! Energie gaat nooit verloren, zegt hij!”

Na ongeveer 15 seconden komt Huib weer tot leven.

“En…wat heb je gevonden?” vraagt Claire ongeduldig.

 “Ach, dat was wel een lastige, hoor! Maar ik heb wel iets! Je overgrootvader Bert is na Westerbork in het concentratiekamp Buchenwald aangekomen en daar al snel overleden door toedoen van de bewakers.

Nee, niet zo mooi!

Je overgrootmoeder Lotte is direct naar Ravensbrück gebracht. Dat was een kamp, speciaal voor vrouwen. Ze is daar met 4 andere Nederlandse vrouwen ontsnapt. Daarna kan ik even niets meer vinden.!” vertelt Huib.

“O, jeetje, ben je er achter gekomen wanneer precies ze zijn ontsnapt?” vraagt Janet.

“Ja, 3 april 1945; kort voor het einde van die ellendige oorlog!” zegt Huib met een beetje treurig gezicht.

“Nou, dan moeten we daar beginnen!” roept Claire.  “Kun je dat regelen?”

“ Zeker, zijn jullie genoeg voorbereid? Jassen bij je? Niet te opzichtig hoor! Geen felle kleuren!”

Janet en Claire zorgen ervoor en nemen een kaart van Duitsland en ook wat te eten en te drinken mee in een schoudertas.

Weer boven gekomen nemen ze beiden plaats op de bank.

“Ja, we zijn klaar hoor!” zegt Claire. Ze heeft geen idee wat er nu gaat gebeuren; ze kan niet stilzitten van de opwinding.

“Oké!” zegt Huib. “Janet, ga je gang, ik heb alle data al ingevoerd, dus je hoeft alleen maar op ‘GO’ te klikken.”

Zodra Janet dat heeft gedaan begint de spiraal weer te draaien en wordt weer groter; de gele bubbel verschijnt weer, en binnen een paar seconden vliegen ze door de tijd. Na een korte tijd verdwijnen het blauwe licht van de tunnel en de gele licht van de bubbel.  Claire kijkt met grote ogen om zich heen.

“Waar zijn we?” vraagt ze een beetje angstig.

“Net even buiten het concentratiekamp!” antwoordt Huib nog.

Janet en Claire staan op en kijken om zich heen.  Ze staan midden in een bos. Tussen de bomen door kunnen ze een meer zien liggen.

“Hé, waar is de bank gebleven?” gilt Claire.

“Op mijn kamer, hoor!” antwoordt Janet droogjes.

Het vraagteken boven het hoofd van Clair wordt alleen maar groter.

“Hoe komen we dan in godsnaam weer thuis?” vraagt ze ongerust.

”O, gewoon met mijn mobiel!” zegt Janet rustig, terwijl ze die kalm uit haar achterzak tovert.

“Hè, met je mobiel, hoe zo dan?”

“Dat komt later wel!” antwoordt Janet.

“Kom we moeten hier weg. Straks worden we nog ontdekt door die nare Duitsers! We moeten opzoek gaan. Naar dat meer lijkt me niet logisch;  het bos in!” bepaalt Janet.

Claire kijkt op haar horloge; het was half tien ’s-ochtends!

“Oh, dan moet de zon in het zuidoosten staan!” zegt ze terwijl ze op zoek gaat naar de zon. Als copiloot kan ze natuurlijk goed navigeren. Ze pakken de kaart uit de schoudertas.

“Ik denk dat we het beste in noordelijke of noordwestelijke richting kunnen gaan lopen. Het meer ligt ten westen van ons; kom we gaan!” zegt Claire, nu beslist, en daar gaan ze. Er is geen pad door het bos, dus ze lopen tussen de stammen door, goed luisterend of ze geluiden horen, die op menselijke aanwezigheid kunnen duiden. Voorlopig horen ze alleen hun eigen voetstappen en ademhaling. Ze hebben geen idee hoeveel voorsprong de ontsnapten hebben. Ook weten ze niet of de ontsnapping al ontdekt is.

Omdat ze jong en fit zijn, verwachten ze dat ze sneller zullen lopen dan de vluchtelingen en dat ze hen dus wel in zullen kunnen halen. Maar of zo ook sneller zullen zijn dan de mogelijke achtervolgers?

“Laten we nog eens even goed op de kaart kijken! Misschien is er een nog méér voor de hand liggende weg of richting!” zegt Claire ineens.

Ze stoppen en pakken de kaart uit de schoudertas en vouwen hem helemaal open. “Kijk, hier ligt  Fürstenberg, en daar ligt het kamp. Dit is het meer wat we net zagen. De Schwedtsee. Als we gewoon in noordelijke richting lopen komen we eerst weer bij een meer. De Thymensee. Als we daar links omheen lopen, komen we aan de rand van het bos, even ten zuiden van Godendorf. Laten we daar maar beginnen met zoeken.”

“Dat is een goed idee!” zegt Janet. En ze lopen volgens plan. Dankzij de navigatie-kunsten van Claire komt het allemaal precies uit.

“O, ja, mam, ik ben nog iets vergeten te vertellen!” zegt Janet ineens, terwijl ze bij de Thymensee tussen de bomen doorlopen.

“Vertel! Het is toch niet iets engs hè?” reageert Claire met een ongerust gezicht.

“Nee, hoor, alleen we moeten er voor zorgen, dat we hier niets veranderen. Een verandering die we aanbrengen kan allerlei ongewilde gevolgen hebben voor de toekomst!” legt Janet uit. 

“O, ja, daar heb ik wel eens over gehoord, oppassen voor paradoxen! Toch?”

“Hahaha! Ik weet niet precies wat dat zijn, maar als we maar voorzichtig zijn!” antwoordt Janet lachend.

Ze lopen nog dik een uur door het bos; totdat ze de bosrand naderden. Vanachter de laatste bomen kunnen ze zien dat er een landweg loopt naar het dorp. Ze beseffen, dat ze naar dat dorp moeten lopen, en speuren de weg af, om te ontdekken of er ook Duitse patrouilles zijn. Op een boerenkar na was de weg verlaten.

Ze sluipen het bos uit en lopen langs de kant van de weg, richting dorp. Na een kleine tien minuten zien ze een flinke boerderij aan de linkerkant van de weg. Ze zien dat een man met een zeis het gras bij de ingang van zijn erf staat te maaien.

Ze duiken weg in de berm, bang om ontdekt te worden. Maar het was al te laat. De man zet zijn zeis tegen een hek en komt rustig in hun richting lopen. Bij hen aangekomen spreekt hij rustig: “Guten Tag! Kann ich Ihnen vielleicht helfen? Bitte habt kein Angst!”[1]

Janet en Claire kijken elkaar verrast aan. Wat kan dit betekenen. Is deze man echt zo vriendelijk als hij zich voordoet? Ze komen overeind en Claire vertelt de man in vloeiend Duits, dat ze opzoek zijn naar vijf vrouwen. Of hij ze misschien heeft gezien?

De man neemt Clair en Janet eens uitgebreid op en zegt:”Sie sind ein bischen kömisch gekleidet mit der langen Hosen. Dass ist Kleidung fúr Männer! Aber komm mal mit; ich habe eine Überraschung für sie!”[2]

Ze volgen de man, een vriendelijke boer in overall en een oud petje op zijn hoofd, naar zijn erf.  Achter het grote woonhuis, met aangebouwde koestal, staat een grote schuur. De boer doet de schuurdeur open en loopt voor hen uit naar binnen en wenkt hen om hem te volgen.

Bij de ingang trekt de boer zijn klompen uit en slaat ze twee keer tegen elkaar. “Wat een nette boer!” denkt Claire.

 

 



[1] Goedendag, kan ik u misschien helpen? Alstublieft wees niet bang”

[2] “U bent een beetje gek gekleed met die lange broeken. Dat is mannenkleding! Maar kom maar mee, ik heb een verrassing voor jullie”

Reacties

Populaire posts van deze blog