Hoofstuk 3

De eerste reis

 

Sjors komt sloom De Markt op fietsen, zijn boekentas op zijn rug. Hij is blij, dat dit schooljaar om is. Hij heeft er aan het eind van het schooljaar best hard aan moeten trekken om zeker te zijn dat hij overgaat naar Havo-4. Dat is gelukt, hij is blij. Als dat jaar goed gaat, doet hij examen in Havo-5 en daarna naar de sportacademie. Maar ja, zo ver is het nog lang niet! 

Thuis gekomen slingert hij zijn tas in een hoek van de keuken, waar Claire met de voorbereidingen van het avond eten bezig is.

“Thee, jongen?” vraagt ze.

“Graag mam, en een lekkere plak koek alsjeblieft!” antwoordt Sjors.

“En, ben je over?”

“Ja, gelukkig wel; ik was het aardig zat in die klas!”

“Nou, van harte gefeliciteerd, jongen! Een hele prestatie, hoor! Je zus hoort het pas volgende week, maar daar maak ik me niet echt ongerust over.”

Sjors drinkt zijn thee en neemt de koek mee naar boven; hij wil lekker muziek luisteren, koptelefoon op en meteen lekker in zijn boek.

Als hij op de tweede overloop aan komt, verbaast hij zich over de rare lichteffecten die door het bovenraampje van de kamer van Janet heen flitsten. Hij aarzelt even, maar doet dan toch de deur van haar kamer open. De kamer is leeg; geen Janet en geen lichten meer. 

Schouderophalend doet hij de deur weer dicht en gaat naar de overkant van de overloop, zijn eigen kamer in en doet de deur achter zicht dicht. Hij pakt zijn koptelefoon en sluit aan op zijn mobiel en zet zijn favoriete playlist aan. Boek erbij; helemaal perfect.

Als Janet op “GO” klikt gebeurt er eerst even niets; dan komt er vanuit de rugleuning, van achter de kussens, een geel licht over de hele breedte van de bank. Het licht kruipt langzaam omhoog en buigt daarna over de vriendinnen heen naar voren en weldra omsluit het licht  de hele bank en iedereen die er op zit. Het lijkt een soort zeepbel van geel licht. Op het scherm van de laptop ontstaat weer een blauwe spiraal, die steeds maar groter wordt. De spiraal treedt buiten het scherm, omsluit uiteindelijk de hele bank met  gele bubbel. De spiraal draait steeds sneller; er ontstaat een soort trechter van blauw licht. De meiden zitten als versteend te staren naar wat er allemaal om hen heen gebeurt.

“Oké, Janet, nu schuif je van 0 rustig in de richting van HLS!” instrueert  Huib.

Terwijl Janet dat doet schieten ze de spiraal in; de gele bubbel met bank en de drie meiden. Ze gillen het uit en beven als een rietje!

“Wat gebeurt er allemaal? Waar zijn we in beland geraakt?”

“Rustig maar dames!” kalmeert Huib de vriendinnen. “Spannend hè? En dit is nog maar het begin!”

Na een paar seconden zijn de blauwe trechter en de gele bubbel verdwenen.

“Gelukkig!” verzucht Lotte “Ik schrok me rot, zeg! Maar , eh…., ik moet zo naar huis. Mijn ouders weten niet waar ik blijf!” Lotte staat op van de bank.

“Hè, wat gek! Dit is jouw kamer niet!” roept ze en de meiden kijken stom verbaasd om zich heen.

“Nee, dit is mijn  kamer helemaal niet!” roept Janet, even verbaasd, uit. Er is geen bed meer alleen maar oude donkereiken kasten, tot aan het plafond gevuld met boeken. In het midden staat een groot bureau met zo’n oude leren stoel er achter.

Ze zijn nu allemaal opgestaan en Janet pakt haar mobiel van de armleuning. Het is wel net zo’n kamer als die van Janet; deze ligt ook aan de achterkant van een huis met uitzicht op de tuin. Dat is weer wel hun tuin! Wat raar!!!!

“Waar zijn we in hemelsnaam? vraagt Willemijn, die daar een beetje beteuterd en met knikkende knieën staat te staren.

Dan begrijpt Janet het, ze zijn in hun huis maar dan één jaar geleden. Ze zijn terug gegaan in de tijd. Dat rare programma werkt dus echt! Ze draait zich om naar de bank, maar die blijkt verdwenen en haar laptop ook. Op haar mobiel verschijnt ineens Huib.

“Dat is een verrassing hè!” roept hij. “Zoals ik al zei, jullie zijn op de zelfde plaats maar dan een jaar eerder. Leuk hè? Wat jullie moeten weten is dat je vrij kunt rondwandelen in dit huis, of zelfs naar buiten gaan. De kans is klein, dat mensen jullie gaan zien. Let op dat je niets van wat je tegenkomt verandert, want dat kan heel nare gevolgen hebben! En houdt je mobiel bij de hand!”

De vriendinnen kijken elkaar stom verbaasd aan.

“Zijn we echt in het verleden? Zijn we daar echt?”

“Ja,  jullie zijn daar echt; jullie moeten er voor zorgen dat je geen vragen oproept bij de mensen die je tegen komt. Die snappen niet dat jullie uit de toekomst komen. Daarom mogen jullie ook niets veranderen, omdat anders de toekomst er anders uit gaat zien! Begrepen?”

Nou, ze hebben het gehoord, maar helemaal begrepen hebben ze het nog niet. Ze begrijpen amper wat hen aan het overkomen is. Tijdreizen! Dat is toch alleen maar in films mogelijk.

“Ik heb er ook jaren over gedaan voordat ik WEC helemaal had uitgedacht, gebouwd en getest had. Maar toen hij klaar was heb ik er ook wel van genoten; heb heel veel gezien en geleerd.!” vertelt Huib.

“Kom!” zegt Janet “Laten we gaan; eens even kijken wie er hier nu woont, en hoe het er allemaal uitziet!’’

Achter elkaar verlaten ze voorzichtig de kamer, de overloop op en dan heel zachtjes de trappen af. Beneden horen ze stemmen in de keuken. De keukendeur is dicht, maar door het raampje bovenaan de deur zien ze een oudere man en vrouw aan een oude keukentafel zitten praten.  Zachtjes sluipen ze verder, de gang in, richting voordeur. Janet ziet dat het hetzelfde huis is, maar dan nog van voor de verbouwing, die haar ouders hebben laten uitvoeren. 

De deur naar de woonkamer staat open en natuurlijk loopt Janet daar even naar binnen. Wat ziet het er allemaal anders uit! Alles heel donker, donkere vloer, oude donkere meubels, van die grote fauteuils; eentje met een voetenbankje er voor.  Een grote vierkante salontafel met een gehaakt kleedje erop.  Wel een mooie vaas met prachtige fleurige bloemen. Tegen de muur staat een groot dressoir, ook donkereiken met veel deurtjes en vakken. Een hele serie foto’s in zilveren lijstjes. Zeker allemaal kinderen en kleinkinderen. 

Dan ziet ze onder het raam een hondenmand met daarin een slapende Beagle. Een ogenblik later gaat één oog van de hond open en daarmee ziet hij Janet. Kwispelend staat hij op en loopt in de richting van Janet. Zij bedenkt net op tijd dat ze niets mag aanraken en loopt dan rustig terug, de kamer uit. Het hondje volgt haar nieuwsgierig en ziet dan de andere twee meiden. Nog heftiger begint hij te kwispelen en een beetje te piepen.

Lotte, die bang is voor honden, kruipt achter Willemijn. Die is er helemaal niet bang voor en wil de hond aanhalen.

“Nee, niet doen!” fluistert Janet. “Denk eraan wat Huib heeft gezegd!”

Ze lopen de gang verder uit en gaan door de voordeur naar buiten, er voor zorgend dat de hond niet ook naar buiten gaat. Vlak nadat ze de deur uit gaan, hem op een kiertje openlatend, horen ze de man uit de keuken vandaan de hond roepen.

“Hé, rare Beagle, kan jij nu ook al de voordeur open maken? Hier komen hoor!”

De vriendinnen staan nu voor het huis op De Markt en zien dat er niet al te veel anders is dan in hun eigen tijd. Plotseling schrikt Janet.

“Hoe kan dat nou? Kijk daar, daar komt de auto van mijn ouders aanrijden! Hè? Hoe kan dat nou?”

De meiden kruipen weg achter een geparkeerde auto en kijken gespannen toe wat er gaat gebeuren. De auto stopt precies achter de auto waar de meiden achter gedoken zijn. Tot haar stomme verbazing ziet Janet haar ouders uitstappen en naar het huis lopen, waar zij zojuist uit vandaan gekomen zijn.

Janet hoort haar moeder zeggen: ”Ik ben zo benieuwd, John, Zal dit dan ons nieuwe huis worden?”

Janet weet niet hoe ze het heeft Daar ziet ze haar eigen vader en moeder lopen! Een jaar geleden; op zoek naar een huis! Bizar!

Nadat ze haar ouders het huis hebben zien binnen gaan, lopen ze in de richting van de kerk. Schuin daarachter, aan de overkant van de weg staat een groot wit huis met een ruime voortuin. Daarin is een man aan het werk; een oudere man, helemaal grijs; grijze baard en een baseball cap op met groot embleem.

Als Janet hem ziet staat ze als aan de grond genageld: “Dat is Huib!” fluistert ze naar Lotte en Willemijn. Met open mond staan ze naar de man te staren. Het is hem! Een jaar geleden leefde hij dus nog! Janet gebaart aan haar vriendinnen dat ze stilletjes achteruit terug moeten. Het zou te confronterend worden als die man hen nu zag. Maar het was al te laat. De man richt zich op, strekt zijn rug en ziet de meiden hem staan aangapen.

“Hallo!” zegt hij, “Ik word hier eigenlijk te oud voor!” lacht hij. “Zijn jullie lekker aan het wandelen? Het is er goed weer voor!”

“Eh…. Ja, maar we moeten nodig weer terug, hoor!” zegt Janet haastig en als één blok draaien de meiden zich om en lopen snel naar de andere kant van de kerk.

“Dat is toch bizar! Huib, hier in zijn tuin?” Dan kijkt Janet op haar mobiel en ziet daar het lachende gezicht van Huib.

“Ja, zo kan het gaan, als je terug gaat. Dan kan je dingen zien die voorbij zijn gegaan.” legt hij uit. “Ik kan me nog wel herinneren jullie te hebben gezien. Maar wees niet bang; er zijn geen veranderingen in de toekomst aangebracht door jullie contact!”

“O, gelukkig!” zegt Janet.

Willemijn en Lotte kijken nog steeds verbaasd om zich heen. Ze begrijpen alles maar half nog.

“Hoe bevalt het nu,?” vraagt Huib. “Vinden jullie het leuk?”

Janet zegt, dat ze alles even moest laten bezinken; Lotte en Willemijn zien een beetje bleek. Ook zij weten niet goed wat ze er mee aan moesten. Ze vinden het wel intrigerend, spannend, maar ook behoorlijk eng! Ze vragen zich ook eigenlijk af hoe ze weer terug kunnen keren naar hun eigen tijd. Voor zo’n eerste keer is het lang genoeg geweest.

Huib begrijpt dat maar al te goed: “Oké!” zegt hij, “Swipe op je mobiel van boven naar beneden, dan zie een aantal knoppen, waaronder HOME, oké?”

Janet knikt en doet dat. Huib verdwijnt en daar komen de knoppen tevoorschijn; ze tikt op HOME. Dan komt weer die blauwe trechter; plotseling zitten ze weer op de bank onder de gele bubbel en suizen enkele seconden door de blauwe trechter. Plotseling zijn ze weer in de kamer van Janet; blauwe trechter en gele bubbel zijn verdwenen.

“Welkom thuis!”  zegt Huib lachend; druk nu op EXIT. Daarop worden de schermen van de laptop en mobiel zwart.

Sjors krijgt dorst en zet zijn koptelefoon af en loopt zijn kamer uit, de overloop op.

“Wel verdraaid!” roept hij als hij weer de rare lichteffecten uit de kamer van Janet ziet komen. Hij doet meteen haar deur open en kijkt stomverbaasd als hij zijn zus met haar twee vriendinnen op de bank ziet zitten.

“Waren jullie er wel!?” vraagt hij.

“Eh….jazeker, nooit weggeweest!” liegt Janet; Willemijn en Lotte hevig knikkend naast haar.

“Wat waren dat voor licht effecten, zonet? “ wil Sjors weten.

“Oh, dat! Nou, ja niets bijzonders hoor, gewoon een stukje uit een film, die we net keken.”

“Nou dan zaten jullie zeker van angst onder je bureau, want toen ik net keek waren jullie er niet!”

“Ja, zoiets!” beaamt Janet. “En ga nou maar weer weg, doehoeg!”

Sjors druipt, schouderophalend, af. “Meiden!” denkt hij, terwijl hij hoofdschuddend de trap afloopt.

Reacties

Populaire posts van deze blog